Contact
contact
Locatie en route
route
zoek
Zoek in de site

verhalen

Samuel Abraham Noach

Op een ongedateerd document van de gemeente Apeldoorn, opgesteld in opdracht van of door de bezetter, staat beschreven dat het woonhuis aan de Tutein Noltheniuslaan eigendom is van Simon Abraham Noach (Deventer, 1884) en zijn vrouw Grietje, maar dat het huis is ‘overgenomen’ door een Ortskommandant.

Het echtpaar keert terug naar hun oude adres: Stationsstraat 67.

Dit alles gebeurt in de periode waarin de schoonzoon van het echtpaar, David Chajes, tewerk wordt gesteld in het werkverschaffingsproject ‘t Schut te Ede. Tussen 2 en 3 oktober 1942 worden tientallen kampen ontruimd en wordt David naar kamp Westerbork gedeporteerd. In dezelfde uren worden door heel Nederland alle gezinsleden van de tewerkgestelden door de nazi’s en/of de politie opgehaald. Zo ook plaats op de Stationsstraat 67. De politieagenten, in hun privétijd klanten van de winkel, komen de gezinsleden ophalen: Simon Abraham, zijn dochter Clara en zijn twee kleinkinderen. Grietje moet achterblijven, zij heeft kanker en volgens de maatstaven van de bezetter zou zij op korte termijn komen te overlijden. Volgens overlevering hebben de agenten dit ook zo naar elkaar uitgesproken: ‘Die zou vanzelf wel dood gaan’. Ook de lijst met alle Joden die deze nacht opgehaald zijn, bevestigt min of meer deze lezing: ‘Ernstig ziek, carcinoom; bleef alleen achter.’

U leest hier het hele verhaal

terug naar overzicht

Draai je telefoon
voor de beste beleving