Contact
contact
Locatie en route
route
zoek
Zoek in de site

verhalen

Echtpaar Weiler-Haas

Leopold en Clothilde Weiler-Haas worden in 1938 gedwongen hun huis en hun twee winkels in Duitsland te verkopen. Ze verlaten hun huis op 5 mei 1938 en gaan bij hun zoon Eugene in Frankfurt wonen. Ze hopen dat ze in een grote stad meer in de anonimiteit kunnen leven dan in een dorp en zo veiliger zijn.

In mei 1939 emigreren Leopold en Clothilde naar Nederland. Ze komen berooid aan in Rotterdam, waar ze in de Nolensstraat op nummer 24b gaan wonen. Dit is het adres waar hun dochter Trude, schoonzoon Erich Elias en hun tweejarige kleinzoon Hans wonen. Later moet de hele familie Rotterdam verlaten. Ze verhuizen naar Apeldoorn. De bezetter heeft hen namelijk verplicht het kustgebied te verlaten om een zogenaamd Joden-vrije zone in het kust-verdedigingsgebied te creëren; een maatregel die feitelijk is gericht is tegen statenloze Duits-Joodse vluchtelingen.

Leopold en Clothilde worden in de nacht van 2 op 3 oktober 1942 weggevoerd. Ze worden aansluitend in Kamp Westerbork geregistreerd. De periode tussen 3 en 5 oktober is een chaotische periode in het doorgangskamp. Dit wordt veroorzaakt door de circa tienduizend nieuwe mensen die, deels vanuit werkkampen in Nederland, in het kamp worden geregistreerd. Iedereen krijgt dezelfde registratiedatum.

Op vrijdag 23 oktober 1942, nog geen drie weken na hun komst in het doorgangskamp, wordt het echtpaar naar bezet Polen gedeporteerd. Het laatste teken van leven is de briefkaart die zij vanuit de trein naar buiten hebben gegooid. Op deze kaart, nog steeds in bezit van de familie, is onder meer te lezen: ‘Wij zijn nu op weg naar onze nieuwe bestemming’ en ‘In de hoop dat wij elkaar weer terugzien’.

De trein met vijfentwintig wagons en in totaal 988 gedeporteerden komt op maandag 26 oktober 1942 tot stilstand op het treinstation van Auschwitz. Dezelfde dag worden Leopold en Clothilde vergast.

U leest hier het hele verhaal

terug naar overzicht

Draai je telefoon
voor de beste beleving