Contact
contact
Locatie en route
route
zoek
Zoek in de site

in de media

blogs

Nieuws

Chaskel Schimmel II - blog

Chaskel Schimmel

In het eerste deel las u dat Chaskel Schimmel in maart 1943 met de trein van Hilversum naar Apeldoorn reist. Hij is in het gezelschap van Gezina Alida Prins. Zij maakt deel uit van het verzet in Apeldoorn. Kort na het verlaten van het station worden zij aangehouden.

In een naoorlogse verklaring vertelt Theodorus Michorius dat hij ervoor heeft gezorgd dat een Jodin (nog onbekend wie dat betrof) naar het huis van mevrouw Prins werd gebracht. Samen met Lena, de dochter van mevrouw Prins, had hij dat weten te organiseren. Lena had aan Michorius gevraagd om deze boodschap alvast aan haar moeder over te brengen. Op het moment dat hij haar ziet en deze boodschap overbrengt, weet hij echter niet dat mevrouw Prins zojuist samen met Chaskel Schimmel is opgepakt.

Ook Theodorus Michorius wordt gearresteerd. Thuis bij gepensioneerd politieman Koker worden ze gefouilleerd. In een naoorlogse verklaring tegen ‘foute’ politieagenten stelt Michorius: Op Schimmel waren ze kwaad omdat hij zoo weinig geld bij zich had. Uit andere getuigenissen over andere Joden die door de gepensioneerde Koker en zijn handlangers zijn opgepakt wordt duidelijk dat de gearresteerde Joden eerst naar het woonhuis van Koker werden gebracht om daar gefouilleerd te worden, in de hoop dat ze geld en waardevolle spullen bij zich droegen. Het is denkbaar dat niet alles bij Koker thuis wordt afgepakt, om op het politiebureau een schijnvertoning op te voeren en alsnog iets van waarde te kunnen registreren, je moet niet te hebberig zijn.

Michorius verklaart dat hij tijdens de verhoren altijd volgehouden heeft niks te weten van Joden. Hij stelt dat de ‘foute’ agenten niks konden bewijzen en dat dat de reden is geweest dat hij na vier dagen naar huis mocht. Ook een agent verklaart dit.

Gezina Alida Prins wordt op enig moment verhoord door politiechef Meijer. Daar zijn ook Oosterdijk, Pelk en de gepensioneerde Koker bij aanwezig. Alle vier dreigden zij mij dat wanneer ik niet de gewenschte inlichtingen verschafte, ik naar de de SD en vervolgens naar Polen zou worden getransporteerd. Toen ik geen inlichtingen verschafte zeide Meijer: Smijt haar de cel in. Op 2 april 1943 ben ik door Pelk en Oosterdijk naar de SD gebracht te Arnhem. Ik werd goed bewaakt. Mij werd geen gelegenheid gegeven om te ontvluchten. Toen ik in een café op het toilet was, stond Pelk voor de deur. Van Pelk en Oosterdijk heb ik de indruk gekregen dat zij mij met volle ambitie arresteerden en naar de SD brachten. Mevrouw Prins wordt uiteindelijk overgeplaatst naar het Huis van Bewaring in Arnhem en zit daar tot eind oktober 1943 vast. Ze besluit haar verklaring met: Van de Jood Schimmel is niets bekend. Ik vermoed dat hij is omgekomen.

Chaskel Schimmel wordt na een paar dagen in de Apeldoornse cel naar kamp Westerbork overgebracht. Hier wordt hij in een strafbarak ondergebracht. Op 23 maart 1943 wordt hij naar Sobibor gedeporteerd. Kort na zijn aankomst wordt hij omgebracht. Hij is dan 43 jaar oud.

Na de oorlog worden de vrouw en jongste dochter van Chaskel Schimmel genoemd op een lijst van Joden die op dat moment in Apeldoorn zijn. Het adres waar zij dan verblijven is de Zwolseweg 10 (nu: Koninginnelaan). Het zou kunnen betekenen dat zij op enig moment in de oorlog naar Apeldoorn zijn gekomen om onder te duiken, zoals ook Chaskel geprobeerd heeft. Het hoeft echter niet zo te zijn dat het genoemde adres ook het onderduikadres is geweest.

Roeland Oudejans-Albers








terug naar overzicht
terug naar overzicht

Draai je telefoon
voor de beste beleving